Op 1 januari 2019 trad een nieuwe vorm van ziekenhuisfinanciering in voege: die van de laagvariabele zorg. Hieronder vind je meer uitleg over de prestaties die onder dit systeem vallen en hoe deze prestaties vergoed worden.

Hoe wordt bepaald welke prestaties onder de laagvariabele zorg vallen?

Of we kunnen spreken van laagvariabele zorg, wordt bepaald door de aandoening waarvoor deze zorg geleverd wordt, niet door de patiënt. De zorg die een patiënt nodig heeft, verschilt hierbij weinig van de ene patiënt tot de andere.

Of er sprake is van laagvariabele zorg heeft dus niets te maken met het ziekenhuis dat de patiënt behandelt, en ook niet met de identiteit van de patiënt, maar alles met de aandoening waarvoor de patiënt behandeld wordt.

Wordt de patiënt behandeld voor een aandoening waarbij de geleverde zorg laagvariabel is? Enkel dan kunnen de prestaties van de arts vergoed worden volgens deze nieuwe vorm van ziekenhuisfinanciering.

Hoe wordt het bedrag van deze laagvariabele zorg berekend?

In elk ziekenhuis gelden dezelfde bedragen voor laagvariabele zorg, want het bedrag wordt bepaald door de aandoening. Deze vorm van ziekenhuisfinanciering wordt uitgerold in fasen. In een eerste fase worden de prestaties van artsen gehonoreerd met een globaal forfaitair bedrag.

Waarom werkt men met dit systeem van laagvariabele zorg?

In het regeerakkoord van Michel I was voor het eerst sprake van een “hervorming van de ziekenhuisfinanciering” (9 oktober 2014). Uiteindelijk werd er op 19 juli 2018 een specifieke wet gestemd over de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg (B.S. van 26.07.2018) (Koninklijk besluit van 2 december 2018 (BS van 18.12.2018).

Welke prestaties vallen onder de laagvariabele zorg?

Als we spreken van financiering binnen de laagvariabele zorg, dan worden hiermee in de eerste fase (2019) enkel de honoraria bedoeld. Zowel de medische als de niet-medische honoraria vallen onder deze financiering.

In principe worden alle prestaties die uitgevoerd worden bij verblijven in één van de 57 patiëntengroepen, gehonoreerd als een deel van het forfait.

Prestaties die buiten het forfait vallen

Hieronder vind je een opsomming van de uitzonderingen die door de wetgever voorzien zijn. De onderstaande honoraria vallen dus buiten het forfait:

  • Prestaties uitgevoerd bij patiënten gehospitaliseerd in een Sp-bed (art. 4 van wet van 19/07/2018)
  • Raadplegingen, bezoeken, advies, psychotherapieën (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Tandverzorging (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Verpleegkundige verstrekkingen (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Dermato-venereologie (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Moleculaire biologische onderzoeken – micro-organismen (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Verstrekkingen bandagisten (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Mobiliteitshulpmiddelen (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Verstrekkingen opticiens (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Verstrekkingen gehoorprothesisten (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Logopedie (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Genetische onderzoeken (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Moleculaire Biologische testen – menselijk genetisch materiaal (art.2 §1 1° van KB van 2/12/2018)
  • Forfaitair honorarium klinische biologie per opname (art.2 § 1 2° van KB van 2/12/2018)
  • Permanentiehonorarium spoedgevallen (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/2018)
  • Permanentiehonorarium intensieve zorgen (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/2018)
  • Klinisch onderzoek van een pasgeborene die in een functie N* verblijft (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/ 2018)
  • Toezicht tijdens overbrenging naar een dienst NIC van een andere verpleeginrichting (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/ 2018)
  • Pediatrisch onderzoek (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/ 2018)
  • Psychiatrisch onderzoek bij een kind (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/ 2018)
  • Geriatrisch consult (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/ 2018)
  • Deelname geriater aan MDO (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/2018)
  • Onderzoek van een in een ziekenhuis opgenomen patiënt door een geneesheer-specialist (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/2018)
  • Psychiatrisch consult aan bed (art.2 § 1 3° van KB van 2/12/2018)
  • Forfaitair honorarium klinische biologie per dag (art.2 § 1 4° van KB van 2/12/2018)
  • Forfaitair honorarium medische beeldvorming per opname (art.2 § 1 5° van KB van 2/12/2018)
  • Alle pseudonomenclatuurnummers, Met uitzondering van het forfaitair honorarium klinische biologie voor niet opgenomen patiënten (dat dus wel wordt gehonoreerd met het globaal prospectief bedrag) (art.2 § 1 6° van KB van 2/12/2018)
  • Dialyse (art.2 § 1 7° van KB van 2/12/2018)
  • Voor een periode van 3 jaar (tot 1/1/2022): weekend- en nachtverhogingen bij bevallingen (art.2 § 1 8° van KB van 2/12/2018)
  • Bij verblijven met de zogenaamde “uitbestede procedures”: alle prestaties die noodzakelijk zijn om in een bepaalde patiëntengroep te worden verdeeld, maar die in een ander ziekenhuis worden uitgevoerd dan waar de patiënt is opgenomen. Een voorbeeld zijn de cardiale katheterisaties. (art.2 §2 van KB van 2/12/2018)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn aangegeven met *

Plaats reactie